Paragrafen

Financiering

Rente

Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de waarde van aandelen of obligaties daalt door koersontwikkelingen. Wij lopen weinig koersrisico, omdat onze gelden zijn uitgezet op vastrentende waarden die niet gevoelig zijn voor koersontwikkelingen.

Renterisico
Er zijn twee normen die aangeven hoe groot het renterisico is.

  1. Kasgeldlimiet

Dit is een norm die aangeeft hoeveel geld we mogen lenen voor een periode korter dan een jaar. De kasgeldlimiet voor 2023 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal naar de stand van 1 januari. Volgens deze norm mogen wij 8,5% van € 106.116.000 = € 9,0 miljoen lenen.
In de Wet financiering decentrale overheden staat dat de kasgeldlimiet gedurende twee achtereenvolgende kwartalen mag worden overschreden. Wij voldoen in 2023 aan de gestelde norm. In onderstaand overzicht is het verloop per kwartaal aangegeven.

  1. Renterisiconorm

Deze norm geeft aan dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen van huidige en nieuwe leningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal
(€106.116.000). Voor onze gemeente betekent dit dat de aflossingen en de renteherzieningen onder de € 21,2 miljoen moeten blijven. In 2023 zijn de lasten voor renteherziening en aflossing € 2,3 miljoen. Wij blijven in 2023 dus ruim onder de norm.

Rentebeleid
Zowel de korte als de lange rente is gestaag gestegen. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft in 2023 de rente al verhoogd en zal dit blijven doen om de inflatie te dempen. Op dit moment voorzien wij geen nieuwe langlopende schulden.
In de jaarrekening 2023 hebben wij gerekend met een rente percentage van 1,50% voor de reserves en vaste activa. Voor de grondexploitatie zijn we uitgegaan van een rentepercentage van 0,87%.

(bedragen x € 1.000)

1e kwartaal 2023

2e kwartaal 2023

3e kwartaal 2023

4e kwartaal 2023

1)

Toegestane kasgeldlimiet

- in procenten van de grondslag

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

- in bedragen

9.020

9.020

9.020

9.020

Netto vlottende schuld

2)

Omvang vlottende korte schuld

4.751

2.399

1.821

5.029

3)

Vlottende middelen

33.740

28.738

25.434

27.864

4)

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

-28.989

-26.339

-23.612

-22.834

Ruimte+/Overschrijding- (1-4)

38.009

35.359

32.632

31.854

De commissie BBV adviseert een schema rentetoerekening op te nemen. Doelstelling is het bevorderen van een eenduidige handelswijze over rente door gemeenten. Dit schema geeft inzicht in de rentelasten van externe financiering en het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Hieronder vindt u het schema rentetoerekening.

Schema rentetoerekening zonder bespaarde rente

Externe rente korte en lange financiering

517.900

Externe rentebaten

-52.909

464.991

Af : rente grondexploitatie

-1.103

Af: rente projectfinanciering

0

Saldo door te rekenen externe rente

463.888

Rente eigen vermogen

873.173

Rente voorzieningen contante waarde

155.616

Toe te rekenen rente taakvelden

1.492.677

Werkelijk aan taakvelden toegerekend

1,50%

1.382.087

Renteresultaat

-110.590

Deze pagina is gebouwd op 08/23/2024 15:02:52 met de export van 08/22/2024 08:57:47